zondag 27 mei 2012

Zelfs haar naam is mooier

Ik zie haar naderen. Aan haar gedreven pas te zien, vermoed ik dat ze mij kent. 
"Dag lieve Vlinder", zegt ze, met de stem van een engel.
Ik had het dus goed. 
Ik zie haar vriendelijk gelaat. Haar ogen stralen zoveel liefde uit. Er gaat geen belletje bij mij rinkelen.
"Help mij even", vraag ik.
Dan zegt ze haar naam.
"Ik ben Maria", zegt ze lachend.
"Maria!" roep ik met grote verbazing.
Zelfs haar naam is mooier dan die van anderen met dezelfde naam.






Maria wandelde op een dag zomaar mijn leven binnen. Natuurlijk niet zomaar. Zoals niets zomaar in mijn leven gebeurt.
Maria leerde ik kennen op een plek waar plaats en tijd niet belangrijk zijn, daar waar wij ons ware zelf zien.
Sinds die dag is zij innig met mij verbonden. Zij is het zoveelste wonder dat mij zomaar in de schoot geworpen werd.

donderdag 3 mei 2012

Verbonden harten

"Was je verdrietig, meisje?" vraagt hij.
Ik heb mijn vader aan de lijn. Blijkbaar heeft hij fragmenten van het telefoongesprek opgevangen dat ik zojuist met Maan had. Mijn broer heeft mij getroost, mijn tranen met zijn woorden doen stoppen. Hij liet mij zelfs weer lachen.
Het is lang geleden dat ik het voor het laatst voelde. Ik was het vergeten, hoe het was. Nu overvalt het mij, neemt het mij volledig in zijn greep. Ik kan benoemen waardoor het is gekomen, waarom ik nu verdrink in dit immense gevoel van eenzaamheid, die desolaatheid, die ik vroeger zo sterk heb gekend. Toch heeft het mij verrast.
"Ja, pap", antwoord ik.
Ik luister naar de rustgevende woorden van mijn vader. We hebben nagenoeg geen woorden meer nodig om elkaar te begrijpen. Hoe anders was dat vroeger.
Even later voel ik weer tranen. Dit keer zijn ze van ontroering, niet van verdriet. 
Mijn  vader en ik; we vinden elkaars hart nu zonder omwegen.