zondag 31 juli 2011

Vlinders in de wind


Er gaan vele verhalen door mijn hoofd. Woorden en zinnen; ze komen en gaan, als vlinders in de wind. Zou ze allemaal willen vastgrijpen, maar de kunst van het leven is, loslaten.
Mijn gedachten stromen mee met de golvende beweging van het leven. Momenten uit het leven, zoals ik het zie en voel.
Het gaat om de kern van het verhaal; de kern van mijn zijn, mijn wezen. Die kern die stilte is, waar woorden overbodig zijn, waar onvoorwaardelijke liefde is. Dat is de kern van mijn verhaal. De rest mag je vergeten.


Lieve Zon,

Als je mij zoekt
zal ik er zijn
Je kunt mij vinden
in jouw hart
Zoals jij
eeuwig
in mijn hart zal zijn


Je mamma

maandag 25 juli 2011

Mam


Niet alleen op een foto
of in de vorm van mijn hand
Niet alleen in herinneringen
die ik koester
Je leeft voort
in alles
wat ik doe
Je aanwezigheid
maakte
wie ik was
Je afwezigheid
maakt
wie ik ben

Vlinder

Witte vlinders

Wonderen gebeuren elke dag. Je hoeft er enkel oog voor te hebben, enkel je voelsprieten er op afstemmen. Dan gaat er een wereld voor je open, een wereld vol wonder en geluk.
Zo besluit ik, op een mooie dag, een stuk door de polder te gaan hardlopen. Het is warm. Een licht briesje maakt het aangenaam. Als ik op de Westfriese dijk ben aangekomen, verschijnen er plotseling tientallen witte vlinders. Ze cirkelen om mij heen. Al rennend, zie ik steeds meer vlinders verschijnen. Het lijken er honderden.
Ik moet aan mijn moeder denken. Ze heeft ze vast gestuurd, een witte zee van vlinders. Een teken van haar, dat alles goed met haar is.
Zo onverwacht als de vlinders verschijnen, verdwijnen ze ook plotseling weer.
Ik voel me gelukkig. Het is een mooie gedachte.
Mijn moeder was weer even heel dichtbij. Ze was immers niet meer dan een gedachte van mij vandaan.

zaterdag 23 juli 2011

De witte wurger




Mijn tuin oogt als een waar paradijs, een hof van vrede en rust.




Schijn bedriegt. Soms is er een ware oorlog gaande en moeten de zwakkelingen het onderspit delven. Ik heb het nu niet over de slijmerige slakken, die ongeneerd de hosta's aanvreten of de luizen die de knoppen van rozen naar de knoppen helpen. Ook heb ik het niet over de invasie van merels, die het in het voorjaar zwaar in de bol krijgen en, met hun niet te stuiten nestdrang, een spoor van vernieling achterlaten, omdat ze menen alles in mijn tuin als nestmateriaal te kunnen gebruiken.


 








Nee, ik heb het hier over een ogenschijnlijk vredelievende plant met een lieflijk wit bloemetje. Met het bloemetje zelf is niets mis, het trekt bijen aan. Dat is goed. Wat er minder goed aan is, is de vernietigende kracht van het plantje, Haagwinde genoemd. Het krult zich fanatiek een weg omhoog aan alles wat het in de greep krijgt
Aan mijn hekwerkje of zonnewijzer kan het weinig kwaad, staat ook wel leuk zelfs, maar als het plantje met de schattige witte kelkjes zich vergrijpt aan mijn dierbaar, donkerpaarse vlinderstruik, wordt het een ander verhaal!
Als een ware wurgslag slingert het zich om de mooie dieppaarse bloemenpracht en dreigt het mijn grote liefde geheel te overwoekeren.







Zoiets kan een vlindermeisje niet laten gebeuren. De snoeischaar moet het lot keren van mijn geliefd vlindergroen. De Haagwinde, hoe lief zij ook lonkt, windt mij niet om de vinger. Hoe graag ik de natuur ook haar gang laat gaan, soms moet het aan banden gelegd worden. Ook mijn wilde natuurtuin moet soms haar grenzen kennen!

vrijdag 15 juli 2011

Verborgen verleden



Op zolder staat een oude kist. De kist stamt uit de tijd, dat mijn opa en oma een bakkerswinkel in Haarlem hadden.


"Baronie" staat er met sierlijke letters opgeschreven. De kist is hetzelfde gebleven, de inhoud is veranderd.
Het zit vol met oude familiefoto's. Verre familie. Ik ben niet in staat iedereen te herkennen. Achter elk plaatje zit een verhaal. Oneindig veel verhalen; ik ken ze niet, opgesloten in het kistje, verborgen in het verleden. Verhalen van andere levens, van voorbije levens. Alleen de beelden zijn er nog, beelden zonder woorden, een vastgelegd bewijs van wat ooit was.
Ik betwijfel of al die levens net zoveel  liefde als ik hebben mogen kennen. Ik vermoed dat ik, vergeleken bij hen, een grote geluksvogel ben.

woensdag 6 juli 2011

Haar laatste reis

Ze was een van ons. We waren reisgenoten, door het lot verbonden. Ik ontmoette haar een klein jaar geleden. Ze viel mij op door haar verschijning. Een jonge vrouw nog, negenendertig jaar. Ze zag er kwetsbaar uit.

"Ik word niet meer beter", zei ze.
 Ik schrok.
"Zou zo graag Sarah nog halen", zei ze.
"Dat ga je! Ik kom haar persoonlijk in je tuin zetten", zei ik.

In de maanden die volgden, heb ik haar leren kennen als een bijzonder lieve vrouw, met een groot gevoel voor humor. Ze had altijd positief in het leven gestaan, maar het viel haar steeds zwaarder, na al die jaren van strijden. Ze was er altijd, zo goed en zo kwaad als het ging, voor haar nog jonge kinderen. Ze had ook, sinds kort,  weer een nieuwe liefde. Geluksmomenten, daar leefde ze van. Ze hield ook van vlinders, net als ik.

We gingen uit elkaar, ieder haar of zijn reis vervolgend.
Dan plotseling het donker bericht dat ik niet wil lezen,  niet wil geloven.
Haar wens, het heeft niet zo mogen zijn.




Rust nu maar uit, lieve Bianca. Je bent nu in het licht, verlost van pijn en verdriet.
Ik draag je mee in mijn hart.

maandag 4 juli 2011

Dromer



Ik heb altijd moeite gehad om mijn hoofd er bij te houden. Ik ben een dromer. Wat dat betreft zit ik hier goed. Ik droom mijn leven. Het leven is niet meer dan een droom. Kenmerkend van een droom is immers dat deze maar tijdelijk is. 
Dat dromen zat er al heel vroeg in. Waarschijnlijk ben ik al dromend geboren.
"Waar zit je toch met je hoofd? Vlinder!" zeiden ze vroeger al op school.
In de wolken natuurlijk! In mijn eigen droomwolkje.
Wat dat betreft is er weinig veranderd. Ik ben en blijf enneagramtype 4; de dromer, de romanticus.
Er is niets mis mee, met dat dromen, mits het maar mooie dromen blijven. Natuurlijk ken ik ook het gevoel van de nachtmerrie, de zwarte droom, de droom die je niet wilt dromen, de droom waarbij het angstzweet je uitbreekt. Die droom wens je niemand toe.
Soms ligt er echter een prachtige waarheid achter die donkere droom, die je nooit had kunnen bevroeden.
Zo is het met mijn nachtmerries steeds gegaan. Ze mondden uit in het paradijselijk gevoel van gelukkig zijn.
Nu weet ik niet of ik de waarheid goed zie. De waarheid is onkenbaar. Voor mij is de waarheid een gevoel, een weten vanuit mijn gevoel. Ik kan mij niet herinneren dat het mij ooit misleid heeft. Het moet dan wel de waarheid zijn of er in ieder geval dichtbij zijn.
Hoe dan ook, laat mij nog maar even dromen! 

zaterdag 2 juli 2011

Vlinderparadijs



Ik vertoef in zalige bossen. 
Hier lijkt niets er meer toe te doen. Stilte, vrijheid, het gezang der vogels en het dansen der vlinders! Wat kan een vlindermeisje nog meer verlangen? Hier komt mijn ziel tot rust, mijn hart tot bloei.

Dan donkere zorgen.
"Pappa is plotseling in het ziekenhuis opgenomen", zegt Maan door de telefoon.
Hoe ernstig het is weten we nog niet. Mijn vader ligt zomaar ineens aan slangetjes.
Moet ik naar huis? Nog een dagje afwachten. Mijn licht gevoel is plotsklaps verdwenen.

"Pappa mag weer naar huis", zijn de verlossende woorden van Maan de volgende dag.
Gelukkig.
Vlinder mag nog even blijven fladderen in het paradijs.