donderdag 24 november 2011

Onbewogen Rots



Als het leven even lastig is, zegt mijn Rots:
"Het is maar tijdelijk!"
Soms is dat geruststellend, soms ook niet.
Dan antwoord ik in een opstandig moment :
"Ja, het hele leven is tijdelijk!"
Het gaat hem niet voor de wind. De ene tegenslag na de andere. Van de ene baan naar de andere. Van een glanzende BMW naar een sleetse Alfa Romeo.
Als het tweedehandsje het onderweg dreigt te begeven en ik allerlei onheilspellende geluiden hoor, parkeert Rots hem in alle rust langs de kant van de weg. Nadat hij onder de motorkap heeft gekeken en voor mij onbegrijpelijke woorden mompelt, zegt hij:
"De motor draait in ieder geval  nog gewoon!"
Het is Rots ten voeten uit. Hij is de eeuwige optimist. Hij blijft onder alle omstandigheden de rust zelve.
Daar waar ik ook wel eens de donkere kanten des levens zie, schijnt hij met zijn lichte kijk op het geheel.
Zelfs op het moment, waarop de chirurg mij de allerzwartste woorden toesprak en mij nauwelijks nog een sprankje hoop liet, zag ik geen verslagenheid bij hem. Even, slechts heel even, zag ik zijn gezicht vertrekken, om daarna zijn, mij zo vertrouwd, gezicht te tonen, nagenoeg onbewogen, zoals het een rots betaamt.
"Het risico van leven is, dat je ziek kunt worden", waren zijn nuchtere woorden. 
In mijn momenten van wanhoop zei hij dat ik gewoon weer beter ging worden.
Rots maakt nagenoeg nergens een punt van, zelfs niet van mijn kanker.
Ik bewonder zijn levenshouding. Hij moet er mee geboren zijn. Het gaat hem zo gemakkelijk af. 
Tegelijkertijd bewonder ik alle mensen die met kanker te maken kregen of krijgen. Dan realiseer ik mij dat ik een van hen ben.

spaarzame momenten



Als kind hield ik van verzamelen. Ik verzamelde van alles: sigarenbandjes (Maan en ik spoorden onze opa aan, om maar een sigaar op te steken, opdat de doos snel leeg zou zijn, zodat we het klapstuk konden incasseren: het grote bandje onderin de doos), lucifersmerken (de mooie plaatjes op de voorkant van de lucifersdoosjes), suikerzakjes, sleutelhangers, speldjes, knikkers en kauwgumplaatjes.
Enthousiast ging ik naar mijn buurmeisjes om te ruilen. De bedoeling was dat ik er op vooruit zou gaan. Dat was niet in alle gevallen zo. Ronduit zwak was ik als ik met mijn schoolvriendje ging ruilen. Dan liet mijn onderhandelingsdrift mij volledig in de steek.
Dat liefde week maakt, ondervond ik toen al. Om hem te bekoren, verruilde ik mijn mooiste plaatje voor eentje dat ik al had
De verzamelwoede is inmiddels bekoeld. Nu spaar ik enkel parels; de mooie momenten van de dag, de kleine, maar soms ook de grote wonderen. Daar kan ik mij als een kind telkenmale zo over verwonderen, steeds weer opnieuw.


De bijzondere ontmoeting met mijn vlinderzusje Sonja is ook zo'n pareltje dat ik koester; zo'n moment dat ik wil vasthouden en bewonderen.

donderdag 27 oktober 2011

Dankbaar



Jaren geleden, toen ik in een moeizame periode zat, kwam zij op mijn pad, mijn spiritueel gids. Mijn relatie met haar is, van leerling en meester, steeds meer verschoven naar een gelijkwaardige, diepe vriendschap. Bescheiden als zij is, bagatelliseert zij haar hulp, door te zeggen dat ik het allemaal zelf heb gedaan. Tja, uiteindelijk wel, maar zij heeft mij zoveel moois aangereikt, steeds weer op het juiste moment. Haar timing is altijd perfect geweest, waardoor ik het kon ontvangen en het kon landen in mijn ziel. Goed, ik was misschien een gewillige en gretige leerling, maar ik had dan ook de beste leermeester die een mens zich kan wensen. Dat zij op mijn levenspad is gekomen, is voor mij van levensbelang geweest. Wellicht had ik zonder haar mijn zware last niet kunnen dragen en was ik letterlijk en figuurlijk bezweken. Zij leerde mij focussen op mijn oerkracht, op mijn oergevoel, dat een lichtboei voor mij is, dat ik mij nimmer van dat gevoel mocht laten afbrengen. Door haar ben ik bij mijn bron van kracht gekomen. Zij liet mij zien dat niets is wat het lijkt, dat een Lotus uit de modder kan rijzen.
Hoe waar zijn haar woorden gebleken, dat de liefde, die ik tijdens en na mijn ziekte ervoer, alleen maar groter en mooier zou worden. Inmiddels zijn er oneindig veel vriendschappen in mijn leven, die alle bijzonder en oprecht zijn te noemen. Zonder mijn ziekte, zonder haar intense begeleiding daarin, zou ik niet staan waar ik nu sta, zou ik niet zijn wie ik nu ben. Oneindig groot is dus mijn dankbaarheid naar haar toe!

woensdag 12 oktober 2011

Ontmoeting met een aardsengel

Afgelopen weekeinde had ik een bijzondere ontmoeting... 


“Volgens mij staat daar Vlinder”, hoor ik een stem zeggen.
Ik kijk op, word wakker uit mijn eeuwig dromenland, mijn wereld. Ik zie een vriendelijk gezicht dat naar mij glimlacht.
“En wie ben jij dan?” vraag ik verbaasd.
“Iris”, antwoordt het lief gezicht.
Het duurt even, voor ik door heb dat het DE Iris is. De Iris die al jaren zo dicht bij mijn hart zit. De Iris die onverwacht op mijn pad kwam, zomaar op een dag mijn mailbox binnenwandelde, toen zij hoorde dat ik zo ziek was. Ze tilde mij op naar een hoogte, waar de liefde regeerde en waar hoop zegevierde. De Iris die mij zo hielp in mijn moeilijke momenten, de Iris die mij steeds weer wist te helen. De Iris die mijn bron van kracht wist aan te boren. De Iris die mijn hand vastpakte waar nodig, de Iris die met mij lachte en met mij huilde, de Iris die mijn ware zelf zag, voorbij aan uiterlijkheden of oordelen. Het was die Iris, die zo oneindig veel voor mij betekent. Die Iris liep ik nu zomaar tegen het lijf.
Het moment van onze ontmoeting voelt zo intiem, dat ik mij bijna verraden voel, nu wij hier staan, op een plek waar zo velen zijn.
Het is een wonderlijk moment, een aards moment, waarop twee verbonden zielen, elkaar tegen het lijf lopen. De ware ontmoeting vond al lang geleden plaats, toen zij elkaar werkelijk zagen.





donderdag 6 oktober 2011

Beeldend verleden

Vannacht had ik een droom...
Ik kijk in een spiegel. In een flits zie ik mijzelf. Dan verdwijnt mijn beeltenis en kijk ik plotseling in een paar indringende ogen. Het zijn bekende ogen, doch niet de mijne. Wat eerst een spiegel leek, ziet er nu uit als een glazen plaat.
Ik ken de ziel achter die blik. Dan zie ik pas het gelaat. Het is het gezicht van mijn opa.
Het beeld is ongelooflijk helder en scherp. Mijn opa spreekt tegen mij. Ik zie zijn mond bewegen, maar ik kan niet horen wat hij zegt. De glazen plaat die ons scheidt, doet het geluid verstillen. Ik tracht zijn woorden te lezen, maar het lukt mij niet. Ik gebaar dat ik hem niet versta. Dan word ik met kracht achterwaarts getrokken. Het gezicht van mijn opa verdwijnt in de verte. Ik zie nog net dat hij met een handgebaar mij een kus zendt. Dan verdwijnt zijn beeld.
Ik ben in een staat van euforie. Mijn opa sprak tot mij! Ook al kon ik niet horen wat hij zei, ik zag zijn liefde voor mij. Woorden waren niet nodig.
"Het is een wonder!" roep ik in grote blijdschap.


Dan word ik wakker. Het blijft een wonder; zo'n bijzondere boodschap van mijn opa!
Ook al was het een droom, het was echt!

zaterdag 3 september 2011

De Zee



Ik zie hem in het park, tijdens de wandeling met de hond.
"Hey Vlinder!" roept hij vrolijk.
Hij noemt mij echt Vlinder, zoals bijna iedereen mij nu noemt, sinds ik mijn ware droom ben gaan leven. Eerst had ik die naam enkel in mijn verhalen. Soms word ik nog met mijn eerste naam aangesproken. Het voelt  bijna onwerkelijk, hoewel ik het nog steeds een mooie naam vind.
"Ha die Elmar!" zeg ik.
Ik ontmoette hem voor het eerst, aan het begin van mijn nieuwe leven. Hij trok al eerder mijn aandacht. Ik kan er niet de vinger opleggen, waarom hij mij opviel. Het moet zijn energie zijn.
Elmar heeft, zoals men dat noemt, een bewogen leven achter de rug. Iedere keer als ik hem tref, vertelt hij mij een nieuw verhaal. Onze honden horen het onbewogen aan.
We hebben veel gemeen, hij en ik, herken mij in hem. 
Ook hij heeft de dood in de ogen gezien, weer op een hele andere wijze dan ik. Hij heeft ooit, ongewild, een zweefduik uit het raam van een hoge verdieping gemaakt. Ze hebben hem nagenoeg weer helemaal in elkaar moeten zetten met ijzeren platen. Hij heeft moeten vechten om terug te komen, om weer te kunnen lopen, om weer te leven. 



Na mijn ernstig ziek zijn, had ik moeite om namen te onthouden. Ik leed aan geheugenverlies. Ik was van ver gekomen, had een lange reis gemaakt. Ik was aan een tweede leven begonnen. Het voelde werkelijk als een nieuw leven, waarin mijn oude nagenoeg weggevaagd leek. Zo had ik ook moeite met zijn naam.
"Het is gemakkelijk te onthouden", mijn naam betekent "de Zee", zei hij. Sindsdien vergeet ik zijn naam niet meer.
Zijn hart is vol liefde. Hij heeft een lening afgesloten, om de dure insuline injecties voor zijn hond te kunnen betalen. Omdat zijn geheugen hem, door de grote val destijds, hem ook soms in de steek laat, heeft hij in zijn mobiel alle belangrijke tijden gezet, wanneer zijn hond geprikt moet worden.
Het is een waar geluk hem te kennen. Elmar leeft, zoals hij het verkiest. Hij is, zoals de maatschappij dat noemt, "onaangepast." Ik noem hem "inspirerend." 








zondag 28 augustus 2011

Vlinder's feest

Het is alweer een jaar geleden, dat het gemeenschappelijk lot ons bond. Het bleek een verbintenis voor de rest van ons leven. Het werd een hechte groep van zeer dierbare vrienden. We hebben afgesproken op een bijzondere locatie.

Bij tante Truus (Almere)

Ze zijn er nagenoeg allemaal, allemaal even bijzonder, om wat ze meemaakten, om wie ze zijn. Twee van ons kunnen er niet bij zijn, om begrijpelijke redenen. Onze geliefde Bianca kan er nimmer meer bij zijn, onaanvaardbaar. In onze harten zal ze voortleven.
Het regent pijpenstelen. Buiten is het donker en somber. Binnen vinden we enkel warmte en licht bij elkaar.
Ieder van ons vervolgde zijn of haar weg. Het gaat goed met hen. Ze zijn sterk, sterker dan ooit, een kracht die versterkt wordt door het samenzijn van de groep.
De uren vliegen voorbij. Tegen sluitingstijd vertrekken de laatsten. Het feest is weer voorbij, een bijzondere viering van bijzondere vrienden.

zaterdag 20 augustus 2011

Droomvolger

Het is alweer een jaar geleden dat Pamela (Vriens) en Paul (van de Looi) op mijn pad kwamen. Ze hadden foto's van mijn webalbum gezien, of ze een fotoreportage van mijn huisje mochten maken? Ik hoefde er niet lang over na te denken. Het was een welkom begin van een nieuw leven. Ik had een half jaar lang niet veel meer gezien dan witte jassen in steriele kamers van het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis.
Ik had een fantastische dag met Pam en Paul, twee mensen met een uitzonderlijke liefde voor hun vak, twee lieve mensen, die ik een zeer wam hart toedraag. 
"De reportage is gekocht door de Ariadne. Je komt in hun Brocantespecial!" meldde Pam mij onlangs onverwacht. Ik was het vergeten. De dag met hen was zo bijzonder, dat het vervolg mij niets uitmaakte.



Gisteren was Pam bij mij voor een persoonlijk verhaal bij de foto's. We raakten in gesprek, over onze passies, over hoe we in het leven staan. We vergaten de tijd, die onze gemeenschappelijke vijand bleek. Beiden hebben we weinig op met tijd. We bleken veel meer gemeenschappelijk te hebben. Het leek alsof ik in de spiegel keek, zoveel herkenbaars! Pam volgt al jaren haar droom, haar passie. Ze heeft altijd geweten wat ze wilde. Bij mij heeft het even geduurd, voor ik mijn dromen durfde te volgen! 




    Thanx voor de mooie olijf lieve Pam!

maandag 15 augustus 2011

Rijkdom



"Wat wil je later worden?" vroeg een klasgenootje ooit aan mij.
"Rijk", antwoordde ik toen.
Ik meende het niet. Ik had geen idee.
De meeste van mijn klasgenootjes hadden vastomlijnde plannen. Ik niet. Ik had geen helder doel voor ogen.
Wat ik toen, voor de grap, als kind zei, is toch waar geworden. Ik ben rijk; rijk met mijn dochter, mijn geliefde, rijk met al mijn dierbaren, rijk met al mijn ervaringen en inzichten, rijk met mijn leven.
Ik had toen nooit kunnen vermoeden, dat ik zo dicht bij de waarheid zat, mijn waarheid.

zondag 31 juli 2011

Vlinders in de wind


Er gaan vele verhalen door mijn hoofd. Woorden en zinnen; ze komen en gaan, als vlinders in de wind. Zou ze allemaal willen vastgrijpen, maar de kunst van het leven is, loslaten.
Mijn gedachten stromen mee met de golvende beweging van het leven. Momenten uit het leven, zoals ik het zie en voel.
Het gaat om de kern van het verhaal; de kern van mijn zijn, mijn wezen. Die kern die stilte is, waar woorden overbodig zijn, waar onvoorwaardelijke liefde is. Dat is de kern van mijn verhaal. De rest mag je vergeten.


Lieve Zon,

Als je mij zoekt
zal ik er zijn
Je kunt mij vinden
in jouw hart
Zoals jij
eeuwig
in mijn hart zal zijn


Je mamma

maandag 25 juli 2011

Mam


Niet alleen op een foto
of in de vorm van mijn hand
Niet alleen in herinneringen
die ik koester
Je leeft voort
in alles
wat ik doe
Je aanwezigheid
maakte
wie ik was
Je afwezigheid
maakt
wie ik ben

Vlinder

Witte vlinders

Wonderen gebeuren elke dag. Je hoeft er enkel oog voor te hebben, enkel je voelsprieten er op afstemmen. Dan gaat er een wereld voor je open, een wereld vol wonder en geluk.
Zo besluit ik, op een mooie dag, een stuk door de polder te gaan hardlopen. Het is warm. Een licht briesje maakt het aangenaam. Als ik op de Westfriese dijk ben aangekomen, verschijnen er plotseling tientallen witte vlinders. Ze cirkelen om mij heen. Al rennend, zie ik steeds meer vlinders verschijnen. Het lijken er honderden.
Ik moet aan mijn moeder denken. Ze heeft ze vast gestuurd, een witte zee van vlinders. Een teken van haar, dat alles goed met haar is.
Zo onverwacht als de vlinders verschijnen, verdwijnen ze ook plotseling weer.
Ik voel me gelukkig. Het is een mooie gedachte.
Mijn moeder was weer even heel dichtbij. Ze was immers niet meer dan een gedachte van mij vandaan.

zaterdag 23 juli 2011

De witte wurger




Mijn tuin oogt als een waar paradijs, een hof van vrede en rust.




Schijn bedriegt. Soms is er een ware oorlog gaande en moeten de zwakkelingen het onderspit delven. Ik heb het nu niet over de slijmerige slakken, die ongeneerd de hosta's aanvreten of de luizen die de knoppen van rozen naar de knoppen helpen. Ook heb ik het niet over de invasie van merels, die het in het voorjaar zwaar in de bol krijgen en, met hun niet te stuiten nestdrang, een spoor van vernieling achterlaten, omdat ze menen alles in mijn tuin als nestmateriaal te kunnen gebruiken.


 








Nee, ik heb het hier over een ogenschijnlijk vredelievende plant met een lieflijk wit bloemetje. Met het bloemetje zelf is niets mis, het trekt bijen aan. Dat is goed. Wat er minder goed aan is, is de vernietigende kracht van het plantje, Haagwinde genoemd. Het krult zich fanatiek een weg omhoog aan alles wat het in de greep krijgt
Aan mijn hekwerkje of zonnewijzer kan het weinig kwaad, staat ook wel leuk zelfs, maar als het plantje met de schattige witte kelkjes zich vergrijpt aan mijn dierbaar, donkerpaarse vlinderstruik, wordt het een ander verhaal!
Als een ware wurgslag slingert het zich om de mooie dieppaarse bloemenpracht en dreigt het mijn grote liefde geheel te overwoekeren.







Zoiets kan een vlindermeisje niet laten gebeuren. De snoeischaar moet het lot keren van mijn geliefd vlindergroen. De Haagwinde, hoe lief zij ook lonkt, windt mij niet om de vinger. Hoe graag ik de natuur ook haar gang laat gaan, soms moet het aan banden gelegd worden. Ook mijn wilde natuurtuin moet soms haar grenzen kennen!

vrijdag 15 juli 2011

Verborgen verleden



Op zolder staat een oude kist. De kist stamt uit de tijd, dat mijn opa en oma een bakkerswinkel in Haarlem hadden.


"Baronie" staat er met sierlijke letters opgeschreven. De kist is hetzelfde gebleven, de inhoud is veranderd.
Het zit vol met oude familiefoto's. Verre familie. Ik ben niet in staat iedereen te herkennen. Achter elk plaatje zit een verhaal. Oneindig veel verhalen; ik ken ze niet, opgesloten in het kistje, verborgen in het verleden. Verhalen van andere levens, van voorbije levens. Alleen de beelden zijn er nog, beelden zonder woorden, een vastgelegd bewijs van wat ooit was.
Ik betwijfel of al die levens net zoveel  liefde als ik hebben mogen kennen. Ik vermoed dat ik, vergeleken bij hen, een grote geluksvogel ben.

woensdag 6 juli 2011

Haar laatste reis

Ze was een van ons. We waren reisgenoten, door het lot verbonden. Ik ontmoette haar een klein jaar geleden. Ze viel mij op door haar verschijning. Een jonge vrouw nog, negenendertig jaar. Ze zag er kwetsbaar uit.

"Ik word niet meer beter", zei ze.
 Ik schrok.
"Zou zo graag Sarah nog halen", zei ze.
"Dat ga je! Ik kom haar persoonlijk in je tuin zetten", zei ik.

In de maanden die volgden, heb ik haar leren kennen als een bijzonder lieve vrouw, met een groot gevoel voor humor. Ze had altijd positief in het leven gestaan, maar het viel haar steeds zwaarder, na al die jaren van strijden. Ze was er altijd, zo goed en zo kwaad als het ging, voor haar nog jonge kinderen. Ze had ook, sinds kort,  weer een nieuwe liefde. Geluksmomenten, daar leefde ze van. Ze hield ook van vlinders, net als ik.

We gingen uit elkaar, ieder haar of zijn reis vervolgend.
Dan plotseling het donker bericht dat ik niet wil lezen,  niet wil geloven.
Haar wens, het heeft niet zo mogen zijn.




Rust nu maar uit, lieve Bianca. Je bent nu in het licht, verlost van pijn en verdriet.
Ik draag je mee in mijn hart.

maandag 4 juli 2011

Dromer



Ik heb altijd moeite gehad om mijn hoofd er bij te houden. Ik ben een dromer. Wat dat betreft zit ik hier goed. Ik droom mijn leven. Het leven is niet meer dan een droom. Kenmerkend van een droom is immers dat deze maar tijdelijk is. 
Dat dromen zat er al heel vroeg in. Waarschijnlijk ben ik al dromend geboren.
"Waar zit je toch met je hoofd? Vlinder!" zeiden ze vroeger al op school.
In de wolken natuurlijk! In mijn eigen droomwolkje.
Wat dat betreft is er weinig veranderd. Ik ben en blijf enneagramtype 4; de dromer, de romanticus.
Er is niets mis mee, met dat dromen, mits het maar mooie dromen blijven. Natuurlijk ken ik ook het gevoel van de nachtmerrie, de zwarte droom, de droom die je niet wilt dromen, de droom waarbij het angstzweet je uitbreekt. Die droom wens je niemand toe.
Soms ligt er echter een prachtige waarheid achter die donkere droom, die je nooit had kunnen bevroeden.
Zo is het met mijn nachtmerries steeds gegaan. Ze mondden uit in het paradijselijk gevoel van gelukkig zijn.
Nu weet ik niet of ik de waarheid goed zie. De waarheid is onkenbaar. Voor mij is de waarheid een gevoel, een weten vanuit mijn gevoel. Ik kan mij niet herinneren dat het mij ooit misleid heeft. Het moet dan wel de waarheid zijn of er in ieder geval dichtbij zijn.
Hoe dan ook, laat mij nog maar even dromen! 

zaterdag 2 juli 2011

Vlinderparadijs



Ik vertoef in zalige bossen. 
Hier lijkt niets er meer toe te doen. Stilte, vrijheid, het gezang der vogels en het dansen der vlinders! Wat kan een vlindermeisje nog meer verlangen? Hier komt mijn ziel tot rust, mijn hart tot bloei.

Dan donkere zorgen.
"Pappa is plotseling in het ziekenhuis opgenomen", zegt Maan door de telefoon.
Hoe ernstig het is weten we nog niet. Mijn vader ligt zomaar ineens aan slangetjes.
Moet ik naar huis? Nog een dagje afwachten. Mijn licht gevoel is plotsklaps verdwenen.

"Pappa mag weer naar huis", zijn de verlossende woorden van Maan de volgende dag.
Gelukkig.
Vlinder mag nog even blijven fladderen in het paradijs.

dinsdag 21 juni 2011

Geluk


Soms heb je het geluk
dat je iemand
ECHT ontmoet
Zomaar,
ineens,
in liefde
verbonden
Het overkomt mij
steeds vaker
Dan mag je echt van geluk spreken!

donderdag 16 juni 2011

Vlinders dank



We vliegen nooit alleen, maar zijn verbonden in liefde



Vlinder wil jullie allen danken,
voor de geweldige steun,
die jullie haar opnieuw gaven.

woensdag 15 juni 2011

Alles is energie



"Zo Vlinder, hoe gaat het nu met jou?" vraagt hij.
"Goed", zeg ik.
"Dat is mooi", antwoordt hij.
"Ik zit goed in mijn energie", vul ik aan.
"Dat is nog mooier", zegt hij.
"Zullen we dan maar?" vraagt hij.

Even later zit ik weer tegenover hem.
"Voor de zekerheid toch maar even bloed prikken", zegt hij dan.
Ik schrik. Hij vertrouwt het niet, wat hij heeft gezien, anders zou hij dit niet zeggen.
"Geen zorgen maken hoor Vlinder! Het is puur voor de zekerheid. Over twee weken bel ik je om je gerust te stellen!"
Hier weten ze het,  hoe ze op hun woorden moeten letten, hoe beladen alles kan zijn. Het heeft iets aandoenlijks, dat hij mij niet wil verontrusten. Het werkt alleen niet.

Een week later loop ik door de polder met mijn hond. De spanning is onhoudbaar. Ik heb mijn mobiel bij mij. Ik kan elk moment gebeld worden. 
Ik mocht de uitslag eerder opvragen, hadden ze gezegd, maar de assistente wilde hem mij niet geven.
"De dokter zal je terugbellen. Hij wil je zelf spreken", zei ze.
"Zie je wel!" dacht ik. "Het is foute boel!"

Ik voel mij wegglijden. Ik val in de oneindig diepe put van angst.
Ik bel Maan, mijn broer en Rots, mijn rots in de branding.
"Ik zal nu toch niet alsnog de doodsklap krijgen?" zeg ik huilend.
Ik ben in volledige paniek geraakt. De rugzak is opengegaan. De inhoud, met alle zwarte gevoelens, is over mij heen gestort.
Maan en Rots weten mij te kalmeren.
Ik voel de angst wegebben en de rust in mij terugkeren.
Alles is goed. Alles komt goed.

Mijn spirituele gids zei het mij al: Alles is energie.
Als je je slecht voelt, overmand door emoties, verbind je je met alle slechte energie en ga je je steeds slechter voelen. Dat is wat er gebeurde.
Nu ik mij weer verbonden voel met de goede energie, voel ik mij steeds krachtiger worden. Het werkt naar twee kanten.

Als ik weer thuis ben, gaat mijn mobiel.
Het verlossende woord.
"Alles is goed", zegt hij.
Ik ben zo blij. Ik geef hem nog een dikke pluim; dat ik mij zo veilig voel in zijn handen, dat ik hem zo kundig vind en liefdevol.
"Dat is lief van je. Ik neem het mee. Het blijft ons geheimpje!" antwoordt hij op luchtige toon.
Hij heeft ook nog humor. Wat wil ik nog meer? 
Ik zit weer in de goede energie, mijn energie, de lichte energie die bij Vlinder hoort.

zondag 5 juni 2011

Een jaar later...



Ik zie een vlinder dansen op de wind
Met weemoed denk ik aan het verleden,
aan het zorgeloos dartelend kind
dat er niet meer is in het heden,
maar het in mijn hart immer weer vind

(uit: Vlinders in de wind)

Nu, een jaar later, na de wanhoop, de pijn en het verdriet, kan ik alleen maar dankbaar zijn, om wie ik nu ben, om wie ik nu mag zijn. Ik werd een mooier mens en de wereld om mij heen veranderde in een palet vol liefdevolle kleuren.

Ik zou nooit bestaan zonder mijn ouders. Bijna was ik er niet geweest.
Mijn vader heeft in de oorlog hachelijke situaties meegemaakt, waarbij het vaak een dubbeltje op zijn kant was. Ook mijn vader moet, net als ik, een goede beschermengel hebben gehad.
Hij kwam uit een gezin van zeven kinderen. Op jonge leeftijd werd hij te werk gesteld in Duitsland. Hij moest huis en haard verlaten. Het heeft zijn wezen bepaald.
Voor mij is het een harde en ondoorgrondelijke man geweest, waarmee ik als kind en volwassene niet mee uit de voeten kon. Nu, zoveel jaren later, begrijp ik hem.
Toen ik begin vorig jaar zo ernstig ziek werd, genas mijn vader. Zijn hart bloeide open. Ik kreeg de vader waar ik altijd van gedroomd had. Het is een van de vele parels die ik op weg naar mijn genezing heb mogen ontvangen.

  

zaterdag 4 juni 2011

Afscheid



26052011
Een fikse tegenwind doet mijn tempo vertragen. Ik trap gestaag door, vecht tegen mijn zwaar gemoed. Mijn gedachten zijn bij hem. Ik zie de beelden van gisteren, krijg ze niet van mijn netvlies. Het contrast is groot. Zoals ik hem gekend heb, zoals hij nu is. 

“Het is goed zo”, zegt hij. 
Ik zie dat hij er zich mee verzoend heeft. Hij is al half weg.
Zijn twee broers, waaronder mijn vader, zitten naast zijn bed, praten over hun herinneringen.
“Jullie moeten gaan”, zegt hij dan.
Hij is moe.
“Wat kan een mens naar zijn rust verlangen”, zegt hij nog.
Hij valt weg.
Ik maak hem voorzichtig wakker, om afscheid te nemen.
De tranen wellen, kan er niets aan doen, ben voortdurend bezig een brok weg te slikken.
Ik begrijp zijn besluit. Hij is er de man niet naar om zijn dood af te wachten, daarvoor was hij te levenslustig. 
Vandaag gebeurt het. Het is onherroepelijk. Ik zal hem nooit meer zien; mijn lievelingsoom, mijn oom Antoon.