zondag 12 augustus 2012

Want dat taaltje is zo zacht.



"Kunt u mij zeggen waar de dichtstbijzijnde herberg is? " vraagt een man met pet mij.
Hij is een van een groep fietsers die gestopt is bij de brug , die ik net, samen met mijn herder, oversteek.
Ik herken het taaltje. Het doet mij onmiddellijk glimlachen.
"Zo te horen komen jullie van ver", zeg ik.
"Ja, we komen van BelgiĆ«", antwoordt de man die mij de weg vroeg.
"In BelgiĆ« wonen alleen maar leuke mensen", zeg ik.
Een vrouw uit het peloton maakt een schuddend gebaar met haar hoofd. Het doet vermoeden dat ik het misschien niet helemaal bij het rechte eind heb.
"Ik ben verliefd op jullie taal", vervolg ik dan.
"Volgens mij klinken jullie woorden nog lief, zelfs als jullie boos zijn."
De groep moet lachen.
Dan neemt de man met de pet zijn hoofddeksel af. Hij toont mij zijn kale hoofd. Zijn glimmende schedel weerkaatst de felle zon.
"Ik draag de zon altijd mee onder mijn pet", zegt hij.
Ik lach.
"Maar u heeft nog steeds mijn vraag niet beantwoord", zegt hij.
Ik weet het antwoord ook niet. Ik ben niet zo goed in de weg wijzen. Halverwege de uitleg ben ik zelf meestal verdwaald.
Ik red mij eruit door te zeggen:
"Laat u verrassen! U komt vanzelf wel een leuk terrasje tegen!"
We nemen afscheid, wens hen nog een fijne voortzetting van de tocht.
Ook al schudde de vrouw bedenkelijk haar hoofd, ik blijf standvastig geloven dat de Belgen lief zijn. Mijn vlinderzusje Sonja is immers Belgische!
Als ik de brug over ben, lopen twee knapen mij tegemoet. Ze vormen een komisch duo. De ene komt niet hoger dan de broekzak van de ander. 
"Hoi!", zegt de lange jongen enthousiast tegen mij.
"Hoi", antwoord ik.
"Wie was dat?" hoor ik die van twee turven hoog fluisteren.
"Weet ik niet", antwoordt de lange.
Wederom moet ik lachen.
Dit is weer eens zo'n dag, waarop de zon in ieders hart lijkt te schijnen. 

zaterdag 11 augustus 2012

Mijn vader en ik


"Heb ik eindelijk een goed kosthuis gevonden, moet ik weer weg", zegt hij lachend.
Hij bedankt mij liefdevol. Ik kijk in zijn ogen, zie zoveel zachtheid.
Pappa is twee dagen bij ons geweest, vanwege de afwezigheid van Maan.
Ik zag er tegenop. Ik ben erg gehecht aan mijn vrijheid, vind het moeilijk om te zorgen.
Maar hoe mooi was het! We hebben samen in het bos gewandeld, mijn vader en ik. We spraken over Maan, over mamma en over hemzelf. Elke seconde heb ik opgeslagen, intens beleefd.
Zo hard als mijn vader vroeger was, zo zacht is hij nu. Zijn hart is geopend en geheeld. En zo heelde het mijne.
Ik ben zo dankbaar dat ik dit nog mee mag maken. Zo dankbaar dat het gelopen is, zoals het gelopen is.
De tranen die ik op mijn wangen voel, zijn niet van verdriet, maar van intense ontroering.

vrijdag 10 augustus 2012

God's momenten

Het mooiste is vaak niet zichtbaar, enkel voelbaar. Dat heb ik al vele malen ondervonden. Ik noem dat de wonderen van het bestaan. Wederom is mij zo'n wonder overkomen. Op zo'n moment ervaar ik de Gods beleving intens. 
God is voor mij niet een oude man met baard, die de touwtjes in handen heeft en alles voor ons regelt. Nee, dat geloof ik zeker niet. Om die foutieve gedachte hebben mensen zich van het geloof af gekeerd, omdat ze teleurgesteld raakten. Als er zo'n God bestond, waarom zou hij dan zoveel leed in de wereld toestaan? Waarom greep hij dan niet in als er ondraaglijk leed werd aangedaan? 
Voor mij staat God voor liefde, liefde in de meest zuivere vorm; de onbaatzuchtige liefde.
God kan niet voorkomen dat we verschrikkelijke dingen moeten meemaken, dat we moeten lijden in het leven. Waar God wel voor kan zorgen, is dat we die verschrikkingen beter kunnen doorstaan. Hij draagt ons als we zelf niet meer kunnen. Diezelfde God  huist in ons. Wij dragen allen God met ons mee. Wie zijn hart ervoor opent, voelt dat het een wereld van verschil maakt. Het vraagt moed, maar de beloning is groot.
Als kind hebben we allemaal nog die God's binding. We zijn immers allemaal kinderen van God, geboren uit God's liefde. Het leven bedelft onze zuivere ziel met gruis en gif zodat we verwijderd raken van ons ware wezen, ons ware zelf, onze zuivere kern. Elk mens is een spiritueel wezen en verdient het om eraan herinnerd te worden wie hij of zij werkelijk is. 






maandag 6 augustus 2012

Groots denken

Elk mens kent zijn beperkingen. Ik ben daar geen uitzondering op. Ik leef met scoliose, spondylose, ben vergiftigd met chemo, lam gelegd met bestralingen en moet het voor een deel zonder lymfeklieren doen. Toch heeft dat mij er niet van weerhouden om lenig en in goede conditie te blijven. Ik heb leren compenseren, mijn spieren sterk en soepel gemaakt met yoga en krachttraining, mijn conditie op hoog peil gebracht door hardlopen, roeien en racefietsen. Zodoende kan ik meer dan menigeen zonder deze beperkingen. Het zwakke lichaam sterk gemaakt met de geest. 
In die geest schuilt zoveel kracht, een oerkracht, die wij allen kunnen aanspreken en ons zal verbazen, hoe veerkrachtig deze is. Het is immers dezelfde oerkracht die ons op aarde heeft gedreven.
Geboren worden is een hele opgave, een ware worsteling op woelige baren. Als we dat kunnen volbrengen, dan zijn we tot oneindig veel in staat. Ook in staat om gelukkig te zijn. Er zijn mensen die zelfs zonder armen en/of benen zielsgelukkig kunnen zijn. Er zijn mensen die nog maar 1 dag te leven hebben en hun geluk niet op kunnen. Vraag mij niet hoe het kan, maar het kan. Ik ben daar helemaal niets bij vergeleken. Zover ben ik niet.
Gelukkig ben ik wel zover dat ik zielsgelukkig ben. Daarvoor heb ik een lange weg moeten bewandelen, een weg die mij heeft gebracht naar groot denken. Ik ben een voorstander van grenzenloos denken. Durven dromen, zonder jezelf daarbij beperkingen op te leggen. Ook al heeft elk mens zijn beperkingen, onze geest kent geen grenzen. Durf groots te dromen. Dat is net zo realistisch als minder groots dromen. Wie kan een jaar verder kijken? Dan kun je net zo goed groot denken, zonder valse bescheidenheid. Ik wilde al jaren schrijven. Ik werd schrijfster. Goed, mijn boeken hebben niet de internationale pers gehaald, maar ze zijn geschreven en goed verkocht. Ik wilde styliste worden. Ik werd stylist. Goed, ik kom niet bij BNers over de vloer, maar ik heb al vele leuke opdrachten gehad. 
Mensen die de wereld lelijk vinden, moeten beginnen bij zichzelf. De wereld is een reflectie van wie wij zijn. Als we allemaal onze droom gaan leven, zullen we uiteindelijk in een wereld leven waar we eerst alleen maar van durfden dromen.