zondag 29 april 2012

Bull's eye

Ik verbaas mij er telkens opnieuw over, hoe ze het voor elkaar krijgen. Het is zo ongelooflijk knap van ze! De wereld is zo groot en dan moeten ze net mij hebben. Dan loop ik weer uren met betraande ogen, omdat ze mij zo irriteren! Zij hebben zo oneindig veel meer ruimte dan ik! Ik heb hen niets misdaan! Ik volg gewoon de gangbare paden. Als het voorjaar zich aandient, komen de kleine lastpakken plotseling uit alle hoeken tevoorschijn. Het zijn de kamikazen onder de brokkenpiloten. Ze moeten hun actie immers met de dood bekopen. Het is een schrale troost voor mij, als ik, na mijn hardloopronde, voor de spiegel, het irritante vlegeltje uit mijn, inmiddels rood aangelopen, oog peuter.

zondag 22 april 2012

Wat heet geluk?

Ik zie hem op een bankje in het park zitten. Het is een aantrekkelijke man, met een vriendelijk gezicht, schijnbaar van buitenlandse komaf. Kira, nieuwsgierig als ze is, benadert hem vrijmoedig.
"Mooie hond heb je!", zegt hij, wanneer ik naderbij kom.
"Dank u!", antwoord ik.
Als ik doorloop, met een glimlach om mijn mond, komt een meisje op een step mij tegemoet en zegt vrolijk:
"Goedenmiddag!"
Het voorzichtige zonnetje schroomt niet langer en breekt vol overtuiging door. Ik geniet van de warmte in mijn gezicht.
"Ga toch weg!" hoor ik de vrouw die mij tegemoet loopt, geïrriteerd roepen.
Ze heeft het niet tegen mij, maar tegen een hond die haar en haar hond achtervolgt.
Ik ken haar, heb haar al meerdere malen gesproken. Ze heeft een bijzondere geschiedenis, een geschiedenis die ons verbonden heeft.
"Heb je een meeloper?" vraag ik lachend.
"Ja", zegt ze. "En ik loop liever met jou mee!" voegt ze toe.
De vorige keer dat ik haar tegenkwam zei ze:
"Ik zat juist aan je te denken en nu weet ik dat het goed met je gaat!"


Geluk valt voor velen moeilijk te benoemen. Voor mij is het datgene wat vaak onzichtbaar, doch zeer voelbaar is. Het zit in ontelbare momenten, iedere dag opnieuw.