zaterdag 20 oktober 2012

kinderlijke fantasie



Soms mis ik mijn oude vak, de kinderen van mijn klas. Zo'n moment heb ik, wanneer ik met mijn hond de brug in het park oversteek. Kira blijft bij drie kinderen, een jongetje en twee meisjes, op mij wachten. Zoals gewoonlijk loopt mijn snelle viervoeter op mij vooruit.
Het jongetje haalt Kira aan.
"Je moet eerst vragen of je hem wel mag aaien", zegt een van de meisjes op vermanende toon.
"Je hebt helemaal gelijk", zeg ik tegen het meisje, als ik de brug ben overgestoken.
"Maar jullie doen het helemaal goed. Jullie blijven heel rustig en doen niet wild, dan blijft zij ook kalm," zeg ik.
"We zijn anders wel heel druk in ons hoofd", zegt het jongetje.
"We denken namelijk dat er een lijk onder de brug ligt", vervolgt hij. Hij wijst naar het gele plastic.
"Fijn dat je dit met een vreemde deelt", zegt het ene meisje op sarcastische toon tegen hem.

Het kleeft aan mij; dat kinderen mij, zonder bedenkingen, in vertrouwen nemen. Toen ik leerkracht was, kwamen de kinderen van andere groepen altijd bij mij, om hun innerlijke roerselen te vertellen. Ze deelden het met mij en niet met hun eigen leerkracht. Ik heb er geen echte verklaring voor. Wellicht is het, omdat ik zelf voor een groot deel kind ben gebleven en kinderen zich in mij herkennen.

"Ik zal jullie geheim niet doorvertellen hoor", antwoord ik op geruststellende toon.
"We denken het niet suffie, we spelen het!", corrigeert het andere meisje hem dan. "Er ligt immers een fiets onder het zeil!"
Het jongetje is onverstoorbaar. Hij blijft bij zijn verhaal.
"Dat soort honden wordt toch gebruikt om te rennen?" vraagt hij dan, wijzend op mijn hond.
Ik vermoed dat hij het denkt, omdat Kira een erg slank exemplaar is, tegen het magere aan, en inderdaad heel hard kan rennen. Ze doet niet onder voor een windhond.
"Nou, ze worden meer gebruikt als politiehond of speurhond, om bijvoorbeeld slachtoffers van een ramp op te sporen", leg ik uit.
De jongen reageert onmiddellijk naar mijn metgezel.
"Zoek het lijk!", commandeert hij.
"Daar is ze niet op getraind", zeg ik lachend.
Hij kijkt beteuterd en antwoordt met een schamel "Oh"
"Kijken jullie niet teveel enge series?" vraag ik enigszins bezorgd.
"Welnee", antwoordt het ene meisje resoluut.
"Het is maar fantasie!"
Ik wens hen nog veel spannende avonturen. 
Glimlachend loop ik verder. Heerlijk, die kinderlijke onbevangenheid. Zalig, om zo in een spel op te kunnen gaan. Gelukkig ben ik het dromen nooit verleerd.
Mijn fantasie is groot gebleven. Het heeft mij altijd een intens gevoel van geluk geschonken. Want wat is immers mooier dan je eigen wereld te mogen scheppen? 

maandag 8 oktober 2012

Nieuwe wereld


In de vroege ochtend ontmoet ik haar. Het is alweer een poosje geleden dat ik haar zag.
"You look beautiful!" roept ze.
Ik geef haar onmiddellijk een zoen op iedere wang. Wie wil nu niet zo de dag beginnen? 
Het is Alicia, een jonge Russische vrouw, mooi van buiten, nog mooier van binnen. We treffen elkaar zo nu en dan met onze honden in het bos.  We spreken altijd in het engels met elkaar. Ze verstaat onze taal wel, maar kan zich er minder goed in uitdrukken.
Ze heeft overal ter wereld gewoond. Haar familie leeft ver van haar vandaan, maar woont dichtbij, in haar hart, zoals zij zelf zegt. 
Vorig jaar vertelde ik haar pas hoe ziek ik ben geweest. Ik heb het niet bewust voor haar geheim gehouden. Het was gewoon nooit ter sprake gekomen.
"You're changed!" zegt ze, nog steeds enthousiast.
"I'am so happy", antwoord ik.
Blijkbaar ben ik verder gegroeid, zonder dat ik het zelf door heb gehad. Het is de ander die ons de spiegel voorhoudt.
Het klopt. Ik leef in een andere wereld dan voorheen. Het is de wereld die bij mij hoort. Ik ben, wij zijn immers die wereld. En hoe meer een mens zichzelf vindt, hoe mooier die mens en zijn wereld wordt.